Zoals gezegd is dit de laatste India-blog, maar na India komen er natuurlijk weer andere verhalen. Mumbai is even veelzijdig als geweldig. Terwijl we de stad binnenrijden merken we al veel van haar reputatie. De sporen zijn omringd door slums en ‘s morgens in de vroegte staan er geen 7 wagentjes netjes op een rijtje, maar zitten er 7 Indiërs … euhm… netjes op een rijtje. (Niet voor gevoelige lezers 🙂 : de sporen doen hier dus blijkbaar dienst als openbare toiletten.)
We komen ‘s morgens heel vroeg aan en vinden al gauw een leuk hotelletje. We moeten echter direct op zoek naar de Chinese ambassade voor ons volgende visum. Na veel vijven en zessen blijkt het te moeilijk om ons visum hier aan te vragen en moeten we dus een andere uitweg vinden. Ondertussen lonkt de Westerse kant van Mumbai naar ons in de vorm van een moderne cinema met airco, grote potten popcorn en lekkere plakkerige ‘spekken’, …. We voelen ons terug even thuis en kraken ons budget :-).
Na ontspanning komt het uitdokteren van een nieuw plan. We kunnen Hong Kong binnen zonder visum en kunnen daar gemakkelijk een nieuw visum aanvragen voor China. Bovendien zijn de vluchten goed te doen qua prijs. Regel regel, boek boek op het o zo fantastische prehistorische internet van India. Een zenuwinzinking nabij, maar 2 vliegtuigtickets rijker, kunnen we aan de volgende dag beginnen.
Mumbai is een bruisende stad omringd door de zee, impressionant. Tussen de Britse gebouwen en mini-taxi’s uit vervlogen tijden, rijzen ook Hindutempels en slums tussen de modernere gebouwen. Een mix tussen Brits en Indisch, modern en oud, en wederom extreem arm en extreem rijk.
We bezoeken Victoria Terminus (een van de mooiste spoorwegkathedralen van de wereld), India Gate, Taj Mahal hotel, de vele Britse gebouwen, enz. De stad ademt nog veel Art Deco en Britse grandeur uit, maar tegelijkertijd is het ook zo Indisch. Er is bv. een lunchboxensysteem dat verdomd goed blijkt te werken. Dit systeem bedient duizenden Indiërs op hun werk met een warme maaltijd, bereid door moeder de vrouw. Er zijn ook de Dhobi Ghats waar je je kleren kan laten wassen in grote basins. Hier worden ze eerst wat met de voeten getreden en daarna hardhandig op een steen geslagen. Misschien eerst even de knoopjes van je hemden halen…
De stad heeft ook een aantal magische plekken, zoals de ellenlange dijk met zicht op de alsmaar uitbreidende skyline en de betoverende zonsondergang. Zo ook Chowpatty beach: een strand temidden Mumbai, waar evenveel hustle en bustle is als in de rest van de stad. ‘s Avonds laat verzamelt menig Indiër daar om van de vele kraampjes lekkers te kopen en wat ontspanning te vinden. Kinderen worden rondgereden in go-carts. Ballonnen, geroosterde maïskolven, paardenmolens, minuscule reuzeradjes, … Er valt een magisch licht op al deze beweging en de mensen lijken hier echt te genieten met de hele familie. Kleine kinderen spelen in het water, koppeltjes vinden elkaars hand in de duisternis, mensen lachen in het rad op zeker 3m boven de grond, … Observeren en genieten terwijl Maarten deze magie veelvuldig op film vastlegt.
Op zondag is de stad plots zo leeg en is er enkel plaats voor volle kerken en veelvuldig cricket spelen. Naast de vele nieuwe mooie plekken, vliegen ook de cricketballen ons om de oren. Een zondagmorgen die zo mooi is om te aanzien. In de namiddag nemen we de ferry naar Elephanta Island. Een eiland waar ze in plaats van paardenraces, olifantenraces organiseren…. Neeneen, niets is minder waar, het zijn grotten die helemaal niets met olifanten te maken hebben :-). Prachtige in massieve rots uitgehouwen tempels met rondborstige beelden en veelkoppige vrouwen.
De tempelaapjes zijn er ook een fenomeen op zich. Ze weten immers een fles water te grissen uit de handen van een Indiër en weten deze fles ook ingenieus te openen. Blijkbaar hebben aapjes ook liever flessenwater dan Indisch tapwater… Een van de aapjes heeft het even later ook op mij gemund. Tanden bloot grommen, dreigende bewegingen maken, enz helpen bij mij echter niet. Ik geef toe, ik doe het even bijna in mijn broek, maar ik plooi niet, ’t is mijn fles!
Met een stad vol magie, mini-taxietjes, straatkraampjes, cricket, Britse herinneringen, … gaan we onze laatste dag India tegemoet. Op dinsdag vliegen we immers voor dag en dauw naar Hong Kong. We promeneren nog even op de dijk en genieten van kulfi’s en faluda’s ( resp. een soort ijsje en drankje: google images J). Op maandagavond sluiten we India af met een knaller in een van de beste restaurants van India, Peshawri. Nog maar eens ons budget kraken, maar we moeten geen hotel betalen deze nacht, want we blijven wakker tot we om 5u45 onze vlieger opmoeten. Bovendien is dit restaurant in een chique hotel naast de luchthaven, we kunnen dus toch beter daar wachten dan in de luchthaven, niet :-)?
We sluiten India af met dal bukhara, naans en lams-kebab. We kunnen even terugblikken op een land vol contrasten en tegenstellingen. Een land dat veel vragen oproept, en evenveel antwoorden nodig heeft.
Ik kan in ieder geval al enkele kleine observaties neerpennen: het is een land waar ik nog nooit zoveel mensen op straat heb zien slapen, waar het hurkend op straat zitten geperfectioneerd werd, waar vrouwen nog in kleurrijke sari’s rondlopen en nog steeds geen echte plaats hebben in de samenleving, waar mannen een theedoek aka doti rond hun lenden slaan en dit verdacht goed kunnen combineren met een hemd en aktentas…, een land waar de toekomst van vele kinderen verre van verzekerd is, waar corruptie ervoor zorgt dat vele mensen nooit uit deze armoede zullen kunnen ontsnappen, waar de bevolking steeds groeit, maar de jobs eerder afnemen, waar rijke Indiërs doen alsof ze in een ander land wonen (of in een ander land gaan wonen zoals US, UK), waar de castes er nog steeds voor zorgen dat opklimmen slechts voor enkele geniën is weggelegd, …
Maar tegelijkertijd is het een land vol kleuren, overheerlijk eten en meer godsdiensten dan drinkbaar water. Een land met een rijke geschiedenis, waar niet enkel de Britten, maar ook de Fransen, Nederlanders en Portugezen een stempel hebben achtergelaten. Een land vol met gebouwen en tuinen vol vervlogen intriges en vergeten geschiedenis. Ontelbare ongeschreven verhalen liggen nog onder het stof van de straten en fluisteren vanuit de schaduwplekken van de tuinen. De koloniale meubels, Britse theekopjes, Mughalzwaarden houden hun belofte en zwijgen als de dood. De ogen van zij die ze hen toevertrouwd hebben, spreken boekdelen vol mysteries. Je ziet, een land dat doet dromen…
Een land met helden als Mahatma Ghandi, Jawaharlal Nehru die vochten voor de onafhankelijkheid van India, maar tegelijkertijd misschien iets te socialistisch bleken te zijn om het huidige India te laten werken. Helden met vele ideeën, maar ideeën die eerder Brits waren dan Indisch. Ideeën zoals evenveel geld steken in universiteiten als basisonderwijs, waardoor nu nog steeds het overgrote deel van de Indiërs analfabeet, werkloos en dus arm is. Maar tegelijkertijd dus ook een land waar IT-universiteiten bij de beste van de wereld zijn, maar toch slechts 1 miljoen mensen van de 1 miljard werkgelegenheid biedt.
Een land waar nog steeds 75 % van de bevolking op het platteland leeft, maar niet meer rondkomt met het kleine stukje land dat ze nog bezitten. Een land waar langs de ene kant niemand met een officiële job ontslagen kan worden, maar toch zovelen geen job hebben, waar elke dag nog te veel kinderen geboren worden die gedoemd zijn om te bedelen of ondervoed te geraken zonder zicht op verbetering.
Het is een land dat zoveel uitdagingen biedt voor een jurist, maar tegelijkertijd zoveel frustraties aangezien het de vraag is of er iets aan te doen valt… Ondertussen vragen de bedelende kinderen nog steeds stylo’s (dank u lonely planet & co) waar ze wellicht nooit mee zullen kunnen schrijven…
Interessant leesvoer dat me een beter beeld gaf over respectievelijk het Mughalverleden, de onafhankelijkheidsstrijd, een greep uit het dagelijkse leven van een Indische familie, het heden en de toekomst van India:
White Mughals van William Dalrymple
Indian Summer van Alex Von Tunzelmann
The God of small things van Arundhati Roy
In spite of the Gods : the strange rise of Modern India van Edward Luce !!!!!
Volgende editie (van ons blijkbaar tweemaandelijks tijdschrift 🙂 ): China !!