Nadat we in november samen reeds 3 weken doorbrachten in het meest Chinese Oosten van China, nadat Maarten in januari lag te bevriezen in Tibet en nadat we 2 maanden het land van Oost naar West doorkruisten, zijn we uiteindelijk aan onze laatste China blog toegekomen. De verhalen over de twee eerste avonturen zullen wellicht ooit nog volgen, maar momenteel hopen we dat het verslag over de laatste twee maanden toch ook al een beeld heeft gegeven over de veelzijdigheid van het wijdse China. Een ding ontbreekt er echter nog aan onze blogverhalen over China. We vergaten nog iets ongeloooflijks Chinees te belichten.
We zullen al even een tipje van de sluier lichten: vlagjes op paraplustokjes en een bende Chinese schaapjes in gelijkgekleurde petjes die gewillig volgen als kuikens achter Moeder de Gans. Neeneen, niet een of ander Chinees ganzenspel, hoewel… het heeft wel iets weg van dat andere bekende spelletje: “Mens erger je niet”…
Wat konden we niet missen tijdens onze maanden in China? Inderdaad, we moesten nog eens mee met een Chinese tourgroep. Het moet gezegd zijn, het is een hele ervaring op zich en het kan je veel leren over de Chinezen: soms aangenaam, soms grappig, maar inderdaad ook soms ergerlijk (hoewel Maarten het meestal grappig vindt, kan ik mijn cynische kant eens de vrije loop geven…).
Na de Taklamakanwoestijn overgestoken te hebben in de regen, komen we aan in Urumqi, van waaruit we richting Kazakhstan zullen gaan. We zijn echter nog wat te vroeg om de grens over te steken, en om aan het snikhete Urumqi te ontsnappen, schrijven we ons dus in voor een trip naar Kanaslake, met een hele bus vol enthousiaste Chinezen…
Op dag 1 van onze uitstap worden we door de bus opgehaald en moeten we zorgzaam ons plekje zoeken, want dat plekje wordt natuurlijk ons plekje voor de komende 4 dagen, kwestie dat niemand in de war geraakt. De bus stroomt vol met mensen die uitgerust zijn alsof ze een nieuw werelddeel zullen ontdekken (met de bus!?!?). Wij hebben de eer om naast een koppel te zitten dat wellicht zowel de Qing Dynastie, Sun Yat Sen en Mao hemzelve nog meegemaakt hebben. We hebben in ieder geval het gevoel dat meneer elk moment uit elkaar kan vallen. Mevrouw wilt gretig met ons babbelen, maar ze heeft een beetje een dialect, dat heb je hé met oude mensen. Daar gaan we dan voor 4 dagen…
De trip naar Kanaslake duurt normaal ongeveer 10 uur, maar het zouden geen Chinezen zijn als ze niet aan elke mooi afgebakende touristische trekpleister zouden uitstappen en zouden betalen om iets te zien dat ze eigenlijk ook al vanuit de bus konden zien… Zo stoppen we aan “Five rainbow beach” (in de bergen!?!?) en aan één of ander “Ghost Town”. Wij spelen echte gierigaards en trekken dus foto’s van buiten de afbakening :-). De andere Chinezen die niet betalen om binnen te gaan, blijven echter allemaal binnen zitten in het service center/grote souvenierwinkel tot de betalers terugkeren. Echt zonde, want het is daar echt mooi en het waait er als zot wat voor ons al voor voldoende plezier zorgt.
Na een hele dag in de bus, slapen we in Bueryin, op enkele uren rijden nog van Kanaslake. We worden verteld hoe laat we moeten opstaan, ontbijten enz. Maar wij willen enkel weten wanneer we op de bus moeten. Het is immers van het 4de studiejaar geleden dat iemand me nog vertelde hoe laat ik moest opstaan (en dat ik nog luisterde). Om 6 uur opstaan, 7 uur op de bus, luidt het verdict. Man man, zo vroeg zijn we al in lange tijd niet meer opgestaan. Op dag 2 komen we dus volgens onze goede gewoonte om 07u05 aan in de bus, nog half het zand uit onze ogen wrijvend. Maar natuurlijk, al de Chinezen zitten al fris en monter op hun stoel te wippen om aan de dag te beginnen. Hoe konden we dat vergeten, Chinezen zijn vroege vogels…
Op naar Kanaslake dus. Hoewel, dat dachten we… Tegen de middag vrezen we dat we er nooit gaan geraken. Elk viewingpoint wordt de kudde immers 2 minuten uit de bus gelaten om foto’s te trekken (en dat blijken uiteindelijk bijlange niet onze mooiste foto’s). Nog even de hele bende laten eten, rijtjes vormen om door de ingang te gaan (weeral “!?!?!?!?”) en nog even een zo-fake-als-maar-zijn-kan dorpje bezoeken, en nog geen water gezien tegen 14u ’s middags. Maar eindelijk mogen we toch vrij rondlopen :-). En dat wordt echt een moooie wandeling. Het water van het meer staat zodanig hoog dat het pad rond het meer overstroomd is. Dat betekent dat we het rijk voor ons alleen hebben, want al die Chinezen die beter uitgerust zijn dan Marco Polo en Columbus samen willen natuurlijk geen natte voetjes (met nadruk op voetJES) hebben.
We hebben een geweldige wandeling door een Taiga bos en kunnen door de bomen heen het meer bewonderen. De wolken leggen donkere schaduwen op het water en de zon weerspiegelt zichzelf. Tot een toeristische speedboat dit allemaal in rimpels trekt natuurlijk. De foto’s zullen wellicht voor zichzelf spreken, maar het was er adembenemend. Glinsterend water, berken met hun wortels in het nat, en aan de overkant met sneeuw bedekte bergtoppen. Eens je het bos door de Chinezen heen kan zien, is het er meer dan de moeite.
Wanneer we ’s avonds bij de bus moeten wachten op enkele verloren gelopen Chinezen, is het wel gezellig. We krijgen watermeloen aangeboden en de Uighuurse Chinezen zetten de hit ”Erdaqiao” loeihard op en beginnen te dansen in de bus. Ik voel de nattigheid al … Ik weet dat ze de buitenlandse van haar stoel zullen plukken om mee te dansen… En ja hoor, binnen de kortste keren sta ik met mijn armen in de lucht mee te dansen zowel binnen als buiten de bus. Ik voel me wel even Sneeuwwitje en de zeven dwergen… Eens je aan het dansen bent voelt het nog gekker om de grootste te zijn, en zulke muziek heeft natuurlijk ook heupen nodig, wat ze hier niet gewoon zijn :-). Ik heb even een echte fanclub, misschien moet ik eens aan myspace denken :-).
Na al dit moois, kunnen we uitgeput maar voldaan onze ogen sluiten in ons hotel. Klaar voor dag 2. Bijna heel de groep gaat een “authentiek” dorp bezoeken tegen hoge ingangstarieven. Wij beslissen dat een klein dorp nooit zo authentiek kan zijn als je achter een parapluutje moet aanhossen. Samen met 7 andere achterblijvers worden we aan de parkingang van Kanaslake afgezet. Daar besluit iemand van de groep echter dat we niet genoeg tijd zullen hebben in het park om op tijd terug te zijn aan de bus, en die laat dus de bus vertrekken. Er wordt ons verteld dat we absoluut bij de groep moeten blijven… Daar moeten we toch even “stokjes” voor steken. Wij kunnen heus wel op tijd terug zijn (give or take a few minutes 😉 ), en ik hoef helemaal niemand die me vertelt wat ik kan en niet kan. Wij gaan dus gewoon het park in, tot grote verbijstering van de achterblijvende Chinezen. Volgens hen zijn we wellicht ongelooflijke oproermakers, want we vechten ons vrij uit de groep en hebben niet geluisterd naar de groepsbevelen. (Onze naam wordt wellicht al opgegeven aan de autoriteiten.) Allemaal schoon en wel, maar ’t is hier te mooi om te luisteren :-).
Deze keer gaan we niet tot aan het meer, maar we wandelen langs de Kanasrivier die woest door de bergen raast en net als het meer buiten haar oevers treedt. Langs de ene kant van de rivier toornen de bergen hoog op, en langs de andere kant kunnen wij rustig wandelen op de weilanden en door bossen. Hier loopt geen pad, dus hier zijn we al zeker alleen, op enkele koeien en paarden na. Natuurlijk wonen hier ook enkele locals in hun yurts die de koeien hoeden en stinkkaas drogen. De weilanden zijn door het water van de rivier wel eerder wetlands geworden, waardoor we van droog plekje naar droog plekje moeten springen. Net zoals de berken langs de oevers, staan we echter soms met onze voeten in het water. Het is wederom een ongelooflijke wandeling.
We moeten wel onze weg door een bos banen om op tijd terug te zijn, maar net op de valreep zijn we toch aan de bus. Victory!!! En nu zijn wij met verstomming geslagen. De achterblijvers hebben 4,5 uur in de bus zitten wachten, hun tijd vullend met slapen en kaarten…. Toppunt is dat we op tijd terug moesten zijn om samen met de achterblijvers te gaan eten, wat wij gerust ook aan de Kanasrivier hadden kunnen doen met onze zelfbereide picknick… Achja, het was leuk, en we zijn toch doodop.
Dag 4 kruipen we weer de bus op voor onze lange rit terug richting Urumqi, deze keer zonder tussenstops. Het wordt echter niet minder Chinees. Iedereen moet immers van voor in de micro zeggen hoe ze de trip vonden of ze moeten een liedje zingen… Weer zoiets dat al geleden is van het 4de studiejaar… Ik heb me al voldoende bewezen met mijn imitatiedans, en dus steelt Maarten deze keer de show. Hij krijgt het voor mekaar om in het Chinees gezegd te krijgen wat hij ervan vond. Hij nerveus, ik trots, en de Chinezen sterk onder de indruk. Wij zijn ondertussen al lang onder de indruk dat onze buurman “meneer mikado” nog in één stuk is…
Eens in Urumqi aangekomen nemen wij nog snel een nachtbus naar Yining. Compleet dooreen geschud van de oncomfortabelste nachtrit ooit, komen we daar toch eindelijk aan. Net als in Urumqi hebben we hier geen significante plannen meer. We willen hier enkel een bus nemen om gemakkelijk de grens naar Kazakhstan over te steken. Even denken we echter dat dat ons niet zal lukken…
Op de vooravond van onze grensovergang verschieten we ons immers een bult wanneer we door een lilliputter-politieagent van de straat geplukt worden. We snappen er niets van. Hebben we misschien een foto genomen die we niet mochten nemen? We hebben geen flauw idee en niemand krijgt ons uitgelegd wat we daar op een bankje aan de controlepost zitten te doen. Na enkele minuten staan er ondertussen nog 2 politiecombi’s en 11 (ja 11 !!!) politieagenten bij… De een nog minder impressionant dan de andere. Ik wed dat ik ze gewoon al door recht te staan schrik kan aanjagen. Maar nog steeds is het een groot raadsel wat hun bedoeling is…
Uiteindelijk komt de aap uit de mouw en willen ze gewoon weten of we geregistreerd zijn in een hotel. In een politiecombi worden we naar ons hotel gebracht en worden we door deze angstaanjagende smurfjes tot aan de receptie geëscorteerd. De mensen van het hotel kunnen bevestigen dat we daar logeren en uiteindelijk is het probleem dus opgelost (en worden hier 11 politieagenten vet voor betaald…). Wij hebben ondertussen wel een gratis lift naar huis gekregen…
Morgen naar de grens, benieuwd wat ons daar nog allemaal te wachten staat… stay tuned…
Foto’s van onze laatste weken in China: Kanas Lake.