Oude blog, Reizen
Leave a Comment

Kenya

Onze avonturen in Afrika zetten we verder aan de overkant van een nieuwe grens: Kenia. Een land vol prachtige natuur, wildlife in alle vormen en kleuren, een mix tussen christendom en islam, ontzettend vriendelijke mensen, meer Swahilicultuur aan de kust, en zelfs enkele echt bruisende steden … Wat wil je nog meer? (meer vakantie misschien 🙂 ?)

De eerste trip die we maken na het oversteken van de grenspost, is richting Lake Naivasha. Hiervoor moeten we een klein busje nemen, zijnde een “matatu”. De matatudrivers hebben hier nogal een wilde reputatie en naar het schijnt zijn er onderling zelfs wat vetes (gangwars). Dit mogen wij ook meteen aan den levende lijve ondervinden. Hoewel wij het gevoel hebben dat het relatief goede chauffeurs zijn, hebben we onderweg naar Naivasha toch bijna een accident. Onze matatu-driver kan gelukkig nog net de berm inzwalpen en voorkomen dat ons busje even zijn andere kant tegen de grond legt. Onze chauffeur vindt er wel niet beter op om een U-turn te maken en de achtervolging in te zetten op de matatu die ons bijna in de vernieling had gereden… Gelukkig kunnen de andere passagiers hem op andere gedachten brengen. Dat ze hun ruzies maar na hun uren uitvechten…

Uiteindelijk komen we wel heelhuids aan in Lake Naivasha. De rit mag dan al wild geweest zijn, met bovendien risico op het verliezen van onze rugzakken die half zijn gat op het dak gebonden waren, maar de tocht was wel adembenemend mooi. We rijden immers langs de Rift Valley en haar meren, wat een geweldig mooi zicht is!! Onder de indruk!!

We slaan ons tentje op tussen de bomen aan de oevers van Lake Naivasha. En dit mag je letterlijk nemen, want we kunnen hier zo een oud, slechts half waterdicht, tentje huren om meteen midden in deze prachtige natuur te vertoeven. Een beter plekje om te slapen kan je bijna niet vinden. Lake Naivasha met haar omliggende kraters en bergen is nu onze voortuin, en die tuin is de thuis van vele geeuwende, grappige, doch niet te onderschatten, nijlpaarden. Ook meerdere exotische vogels, zoals pelikanen, ibissen en aalscholvers, bouwen hier hun nest(je).

’s Nachts heb je bovendien veel kans om een grazend nijlpaard te zien en horen grommen op enkele meters van je tent. Gelukkig staat er wel een hek op elektriciteit tussen het meer en onze tent, want nijlpaarden zijn niet bepaald de beesten die je wilt doen verschieten in het donker… Er zijn immers meer doden door aanvaringen met nijlpaarden dan met eender wel Afrikaans wild beest. Je zou het niet zeggen, maar ze zijn verdomd snel, en buiten het detail dat het niet bepaald lichtgewichten zijn, moet je je hoofd niet breken over wat ze met die kaken en die enorme tanden kunnen doen …

Tijdens onze dagen hier maken we enkele wandelingen langs het meer waar we gapende hippos gade slaan vanop een steiger en pelikanen hun vleugels zien uitslaan en over de waterspiegel zien wegvliegen. Uren kijkplezier gegarandeerd! Het merendeel van onze tijd brengen we echter door op de fiets. Een dag maken we een fietstocht naar het dorpje Kongoni, waar vooral de trip ernaartoe de moeite waard is. We hebben een prachtig zicht op enkele van de bergen, kraters en meren van de Rift Valley. En onderweg kunnen we ook meer gratis wildlife spotten dan we hadden kunnen dromen: een gevlekte giraf met zijn nek tussen de blaadjes van een boom, galloperende gazelles, bandieterige bavianen, zotte zebra’s, wroetende wrattenzwijnen, om er maar enkele op te noemen.

De volgende dag zitten we reeds bij het ochtendgloren in het zadel. “Ochtendstond heeft goud in de mond” mag dan niet ons meest gepraktiseerde motto zijn, maar vandaag geloven we er toch in. We gaan vandaag naar Hell’s Gate Park, waar je vanop je tweewieler wildlife kan zoeken in de wondermooie setting. En we worden dubbel en dik beloond voor onze inspanning, want we kunnen onder meer vele zebra’s, Pumba’s, gazelles, en zelfs een fotogenieke giraf bespeuren voor al dit liefs de schaduw heeft opgezocht van de bomen.

Het is niet zozeer voor de dieren alleen dat we naar het park fietsen, maar de natuur zelf is ook meer dan de moeite waard. Genieten! Er is veel geothermische activiteit aanwezig, waardoor je van overal rookpluimen kan zien opkomen uit de warme geysers. Er is hier zelfs zoveel geothermiek, dat op enkele geysers een elektriciteitscentrale gebouwd werd. Er is bovendien een gorge waarin en waarboven je kan rondwandelen. Het boven is niet echt mijn ding, maar het in de aardbreuk wandelen wel. Je wandelt er immers vaak met je voeten in de vloeibare modder, en door de geothermische activiteit is deze zelfs warm. Dat is niet het enige wat er warm wordt, want er zijn ook enkele hot springs en warme watervallen waar je gerust een ei in kan koken.

Wanneer we reeds een lange weg in de gorge hebben afgelegd en de geysers, hotsprings en modderpoeltjes hebben zien puffen of pruttelen, dreigen er plots grote onweerswolken boven ons hoofd… Snel wegwezen is de boodschap, want je weet nooit hoe hard het water stijgt binnen in de smalle delen van de gorge, “Beware of flash floods!”… We kunnen de regen niet inhalen, en moeten dus een hele afstand afleggen in het onweer. We vinden gelukkig onze weg naar het begin en smalle gedeelte van de gorge, waar het stroompje water reeds plaatsgemaakt heeft voor een snellere modderstroom… Om buiten te klimmen moeten we nu dus modderwatervalletjes en glibberige stenen opklimmen, maar dat vind ik al bij al nog het leukste gedeelte van de dag :-).

Lekker nat en bemodderd moeten we nu wel nog 15 km naar huis fietsen, joy! Het heeft hier sinds onze aankomst echter al elke dag geregend en we zijn het als rasechte Belgen dus al gewoon. Snel opwarmen in de lodge van de campsite en hopen dat het deze keer niet al te veel heeft binnengeregend in onze tent… Want met klamme kleren in een natte tent, is geen pretje.

Met spijt in het hart en een rugzak vol modderkleren, zeggen we de volgende morgen Lake Naivasha en haar hippos vaarwel en nemen een matatu richting Nairobi, om van daaruit naar de Swahilikust te bussen. Nairobi is nu enkel een stop om van de ene plek naar de andere te reizen binnen de landsgrenzen, maar binnen een weekje zullen we toch testen of Nairobi haar reputatie al dan niet verdiend heeft.

Onze eerste stop aan de Keniaanse Swahilikust, is weggelegd voor de havenstad Mombasa die ons meer verrast dan verwacht. Een wirwar van kleine straatjes, kleurrijke marktjes, witte moskees, gesluierde vrouwen en zelfs enkele Hindutempels maken van deze stad aan de Indische Oceaan een gezellige en innemende stad. We hebben echter nog maar een weekje in Kenia en moeten terug de bus op…

Na een hele dag schudden op de stoffige wegen vol putten en een tochtje met de ferry, komen we aan op het eiland Lamu. Daar worden we al gauw weggeplukt van de straat om een kijkje te nemen in een Swahilihuis waar we zouden kunnen verblijven. We zijn meteen met verstomming geslagen, en na veel onderhandelen wordt dit een van de beste staaltjes van onze politiek “smart budget travelling”. We hebben (voor een habbekrats) een zalige kamer met hemelbed en zicht op zee, en kunnen bovendien het hele huis gebruiken. Dit bestaat uit een keuken, 2 woonkamers en een dakterras met een zacht zeebriesje, allemaal met stijl ingericht. Onze jacuzzi werkt spijtig genoeg niet, maar onze “butler” wél ;-). Het zal jullie dan ook niet verwonderen dat we meteen besloten om hier 5 dagen te blijven en vooral niet te veel uit te richten!

Af en toe ruilen we de rust van ons huis natuurlijk wel eens in voor een wandeling door de oude stad of langs het water. Lamu is immers een gezellig oud stadje met een doolhof aan smaller dan smalle straatjes, bevolkt door ontelbare ezels, en stuk voor stuk prachtige huizen, bevolkt door ontelbare katten. Wat een leven hebben we hier! Relaxen op ons terras al slurpend van een passievrucht. Een wandeling langs het water waar je de dhows kan zien aanwaaien en anderen ziet gebouwd worden. In de kleine straatjes aan de kant springen voor een aanstormende muilezel. Elke ochtend naar de markt om een ontbijt van verse papaya’s, gele passievruchten, banaantjes, lamu limoenen en vers brood in te slaan, gevolgd door ontbijt op bed…

Een ongelooflijk betoverend plekje waarvan ik de sfeer met de hulp van volgende woorden en jullie verbeelding een laatste keer zal proberen oproepen: nauwe straatjes; bepakte ezeltjes; gesluierde vrouwen die gefriteerde casave, verse visjes of gegrilde mais verpatsen; fleurige en geurige fruitkraampjes; spelende schoolkinderen; de roep van de muezzin; dhows met de wind in het zeil; zoete passievruchten; dit allemaal omkaderd door de verwelkomende en warme lach van de bewoners. Perfect, een leven zo goed als dat van de (Lamu)katten!

Aan alle mooie liedjes komen spijtig genoeg een eind, en in onze hobbelbus richting Mombasa worden we al snel terug met beide voetjes op de grond gezet. Bovendien moeten we bij aankomst in Mombasa ook nog eens de nachtbus op richting Nairobi. Een lange, vermoeiende dag om af te kicken…

Na een lange busreis, en enkele weken in Kenia, is het eindelijk tijd om Nairobi beter te leren kennen. Op het moment van ter perse gaan heeft Nairobbery haar reputatie nog niet waargemaakt… Hopelijk blijft dat ook zo.

“Nai” is eigenlijk een vrij moderne stad, waar steeds beweging is op de straten, zij het de gekostumeerde businessmen tijdens de kantooruren, flamboyante matatudrivers op River road, schoenpoetsers op de hoeken van de straat of wulpse en knappe vrouwen. Een bont allegaartje van vriendelijke en behulpzame mensen in een stad waar je je zelfs niet steeds in Afrika waant.

Wij krijgen de kans om de stad op een andere manier dan de lonely planet-manier te leren kennen. Maarten’s schoonzus Brenda is immers Keniaanse en hoewel zij al lang in Amerika woont, heeft zij hier nog vrienden die ons op sleeptouw willen nemen. Gladys en haar vrienden zijn zo lief om ons een heel weekend te laten proeven van het echte leven in Nairobi.

Het wordt een heel leuk, gevarieerd, maar zwaar weekend waarin we inderdaad Nairobi eens kunnen ervaren alsof we er zelf wonen. Op zaterdagavond een wijntje of een Tusker in Stanleyhotel en een Keniaans etentje in Blanco’s, maar dat is slechts een opwarmertje. Nadien naar Westlands om van club naar club te hoppen en nog meer vrienden van Gladys te leren kennen. Shake, shake, shake it baby!

Na een korte nachtrust gaan we op zondagmorgen eerst even naar de Masaaimarkt, om daarna opnieuw opgepikt te worden door Gladys voor weer iets nieuws. In de namiddag is er in Karen immers het maandelijkse muziekfestival “Blankets and Wine”, waar we maar al te graag mee naartoe willen. Een bevriende groep, ‘Sauti Sol’ sluit er het festival af, en het is echt genieten!! Geweldige kerels met even geweldige stemmen, zorgen ervoor dat iedereen binnen de kortste keren zijn beste “movekes” bovenhaalt. Jong en oud staan op het gras te dansen, te lachen, te spelen, en simpelweg te genieten van hun muziek. Kenia op zijn best!!! (En nu allemaal om hun cd, want downloaden is nu echt uit den boze!)

Een afsluiter met smaak voor onze hartverwarmende verblijf in Kenia!! Where can I get that Kenian citizenship again? 😉

En om ook jullie volledig te laten inpalmen, hebben we een extra lange fotoreeks. (Een aanrader om deze keer de diavoorstelling te laten lopen, want er zitten enkele verrassingen in verwerkt! (tip: genoeg tijd geven om te laden) )

This entry was posted in: Oude blog, Reizen
Tagged with:

by

We love exploring, writing stories, housesitting, but especially love having no plans, enjoying small things, travelling and eating. So that's how we now live.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s