Vijf jaar geleden is Maarten reeds in Laos geweest, terwijl Kate flink zat te werken aan haar bureautje en zat te hopen om snel terug mee te kunnen reizen. Wat uiteindelijk gebeurde. Maarten belde Kate toen elke dag met zijn wilde Laosverhalen, hoog tijd dus dat ze dat eens met eigen ogen zou zien.
We doen wel niet helemaal dezelfde tour, Wat Phu Champasak, de Loop en het Bolaven plateau slaan we bv. over, maar Kate luistert met veel plezier naar Maarten zijn verhalen over een tijd dat Laos nog minder toeristisch was. Bovendien maken we soms liever nieuwe herinneringen samen dan een trip down memory lane. En die lane om Laos binnen te rijden, dat is er al eentje om jouw darmen rond jouw oren te hangen. Wegen aanleggen is immers niet de grootste forte van Cambodia, maar de weg naar de grens hebben ze toch heel fel verwaarloosd. De voorbije regen heeft daar natuurlijk niet bij geholpen. Je zou bijna denken dat ze niet willen dat je het land verlaat.
Met horten en stoten -letterlijk- bereiken we toch de grens en krijgen we nieuwe stempeltjes in ons paspoort. Eens officieel en wel in Laos, is onze eerste stop “4000 Islands”, oftewel Si Phan Don. Ondertussen voor velen een feestbestemming geworden, maar er zijn ook rustigere stukken die wij -oud geworden- liever opzoeken. Klein hutje aan het water, hangmatje voor de deur, ideaal! De enige geluiden komen van de ruisende palmbomen, passerende bootjes en kreetjes van inwonende gekko’s.
Si Phan Don staat gelijk aan ontelbare eilandjes in de Mekong (what’s in a name), rondhangen in de hangmat onder de schaduw van een palmboom, fietsen langs de zandweggetjes doorheen de rijstvelden, langs watervallen, de oevers van de Mekong en over krakkemiekige bruggetjes. Koeien langs de weg, waterbuffels die met hun gladde kop boven het water komen piepen. Je had het al kunnen raden, het is hier vrij relax…
We hangen natuurlijk niet enkel op eilandjes en in hangmatten rond, maar willen ook even het Franse koloniale verleden van Laos opsnuiven. Dat kan het beste in de hoofdstad Vientiane en in Luang Prabang. Een hoofdstad met Frans koloniaal verleden, dat betekent koffietjes met croissants, de perfecte zondagochtend.
In Vientiane komen we ook wat te weten over de minder mooie kanten van het land. Dat doen we in COPE, een centrum waar ze mensen opleiden om protheses te maken en mensen na amputaties te verzorgen en te revalideren, maar ook bewustzijn creëren omtrent UXO (unexploded ordnance).
Tijdens de Vietnam oorlog heeft de USA over heel Laos een ontzettend hoog aantal clusterbommen laten vallen. Laos werd zo het zwaarste gebombardeerde land (per capita) in de wereld. Tijdens de oorlog hebben deze heel wat slachtoffers geëist, maar ook nu eisen deze nog een zware tol. Er liggen immers nog heel wat bommen die nooit ontploft zijn: een mensenleven is zelfs niet lang genoeg om alle bommen in Laos op te sporen en onschadelijk te maken. We staan er niet bij stil, maar met explosieven onder de grond, worden de meest eenvoudige dingen plots een gevaarlijke onderneming: jouw land omploegen, hout sprokkelen in het bos, een huis bouwen en zelfs buiten spelen krijgen een andere dimensie. Zolang die UXO hier nog liggen, kan het land dus niet vooruitgaan en blijven er slachtoffers vallen. Preventie en nazorg voorzien, zijn dus geen overbodige luxe en het is een mooi intitiatief dat ze plaatselijke mensen opleiden om dit uit te voeren met middelen die hier ter beschikking zijn.
Wat koloniale sfeer betreft, gaat onze voorkeur uit naar Luang Prabang. Een rustig stadje waar de Nam Khan en de Mekong samenvloeien -voorheen de favoriete standplaats voor de Franse koloniale administratie- met heel wat koloniale laagbouw en villa’s. Leuk om te vertoeven, te kuieren door de gezellige straatjes en langs de oevers van de Mekong, aan een cocktail te nippen bij zonsondergang en te smullen van de typische plaatselijke keuken: gefriteerd rivierwier met gedroogde buffel en chili dip, Luang Prabang waterkers, de lokale stoofpot Or Lam, enz.
We bezoeken het voormalige Royal Palace, met dieprode muren en allerhande beeldende taferelen opgebouwd uit kleine spiegelende en kleurrijke stukjes Japans glas. Ook een van de tempels (Wat Xieng Thong) maakt gebruik van deze mozaïekstijl, en beeldt een levensboom uit geflankeerd door twee blauwgroene pauwen. Afhankelijk van hoe het licht op de stukjes glas valt, lijken de kleuren te veranderen. Magnifiek.
Heel wat tempels in Luang Prabang, betekent ook veel monniken, allen kaalgeschoren en gewaad in tinten van oranje, al dan niet zich beschermend tegen de zon met een paraplu. Elke ochtend voor dag en dauw doen ze op blote voeten hun ronde van de stad, om hun eten in te zamelen. De lokale toegewijde buddhisten nemen plaats op de grond langs hun pad en droppen elks een bolletje sticky rice in het mandje van de langsschrijdende monniken.
Spijtig genoeg komen hier heel wat toeristen het plechtige gebeuren om zeep helpen, door oftewel hun camera met flits quasi recht in het gezicht van de monniken te duwen of deel te nemen aan de voedseluitdeling (vaak met bedorven eten dat hen wordt verkocht door lokale ondernemers). Niet meteen uit geloofsovertuiging, wel om die ene goede selfie op Facebook te kunnen posten. Een beetje zoals 100 japanners tijdens de nachtmis met Kerst de kerststal zouden binnenlopen om foto’s te trekken en hosties uit te delen. We hebben even overwogen om het geheel over te slaan, maar gingen uiteindelijk naar enkele rustigere stukjes van de stad waar je de aloude traditie nog kan waarnemen zoals weleer en foto’s kan nemen van op een respectvolle afstand.
Niet alleen de monniken voorzien Laos echter van charme en kleur. Laos telt ook veel minderheden, allen gewaad in speciale handgemaakte en kleurrijke kledij met bijhorende versierde haartooisels. Typerend voor de traditionele kleren, zijn de zwarte/blauwe stoffen, versierd met kleine kleurige pomponnetjes, lintjes en zilveren ornamenten gemaakt van Franse zilveren Indochina munten. De hoofddeksels met zilveren ornamentjes zijn niet enkel esthetisch bedoeld, ze etaleren letterlijk hun hele rijkdom en vertellen dus veel over de status van de vrouw en haar familie (bv. bij de Akha).
Veel toeristen vinden het echter spijtig dat veel mensen niet meer in traditionele kledij rondhuppelen, slechter voor de familiekiekjes niet waar. Maar wij lopen toch ook niet meer op klompen? Allez toch niet elke dag.
Wil je ook buiten de steden op ontdekking gaan? Dan kan je dit, net zoals in Cambodia, best doen met een brommertje. Zo gaan we zwemmen in een azuurblauwe waterval op wit karstgesteente. Bezoeken we Udomxai, een stadje dicht tegen China dat dus heel Chinees aandoet, Maarten content. We rijden ook richting Muang La, een hill tribe dorpje met een belangrijke en atmosferische tempel (Pha Chiao Sing Kham) waar ze de gong doen resoneren tot in jouw botten. Beetje verder richting het Noorden vatten we post in Luang Namtha, waar de nachtmarkt heel wat lekkers serveert, maar daarover in een latere blog meer. Tijdens een lange dagrit tuffen we ook richting Muang Sing, een gebied waar nog heel wat minderheden wonen.
Na 2 uur rijden en de ochtendkoude trotseren in de bergen, komen we er verkleumd aan en zijn we heel blij dat we ons aan het eten op de traditionele hill tribe ochtendmarkt kunnen verwarmen. Noedelsoepjes voor ontbijt zijn hier niet abnormaal en die gaan er nu goed in. We worden wel beloond voor onze lange rit en koude vingertjes en geven onze ogen de kost langs smalle zandweggetjes doorheen heel wat kleine dorpjes, rubberplantages, bananenplantages met ingepakte bananen nog aan de bomen, houten hutjes op stelten, spelende kinderen en kinderen die helpen bij het huishouden, drogende etenswaren, en een oude dame die nog aan het weven is aan een traditioneel weefgetouw. En ja, af en toe toch een oudje in traditionele klederdracht, maar dat zal je je wel moeten inbeelden want we hebben geen paparazzi foto’s genomen in het voorbijrijden.
In Laos kan je dus heel wat variatie vinden: rusten op de eilanden doorspekt met palmbomen, flaneren in de koloniale steden en langs de oevers van de Mekong, je ogen de kost geven in de kleurrijke tempels, en ontdekken op het authentieke platteland en in de bergen. Reis even mee en klik hier voor onze foto’s.