E
lke dag nog worden onze ogen opengetrokken bij het zien van nieuwe culturen en nieuwe gebruiken, maar er zijn zo van die dagen dat je op een specialere en intensere manier in contact komt met een cultuur, en jouw enthousiasme en verwondering nog hogere toppen scheren, namelijk tijdens festivals.
Dat gebeurde ook terwijl wij in Penang, Malaysia waren. Malaysia heeft een mooie mix aan allerhande culturen: Hindu’s, Buddhisten, Malay, Moslims, Christenen, Europeanen, Chinezen, enz. Veruit het meest multiculturele land waar we al geweest zijn. Dat merk je overal en geeft extra kleur en brio aan de straten. Heel wat kans dus op een festival met zo een grote mix.
Wij hadden het geluk er te zijn tijdens het Hindu festival Thaipusam, wat het straatbeeld net wat meer Indische geur, kleur en fleur gaf. Dit Hindu festival wordt gevierd door de Tamil gemeenschap rondom de volle maan van de Tamil maand “Thai”, dit jaar 3 februari. Dit ter herdenking van de goddelijke speer (“Vel” of “Wheel”) die door Parvati, de vrouw van Shiva, werd gegeven aan hun zoon Murugan die er vervolgens een leger demonen aanreeg. De Chinezen doen zoals altijd duchtig mee, hoe meer goden ge u toe kunt wenden hoe beter natuurlijk, als het maar marcheert. Daar kunnen we misschien nog iets van leren.
Het festival vangt aan op 2 februari en wij gaan die eerste dag meteen mee de straten op. De eerste dag van het festival wordt het schrijn van Lord Murugan van de Kovil Veedu tempel naar de hill top Lord Murugan tempel (a.k.a. the Arulmigu Balathandayuthapani Kovil) getrokken door twee reuzachtige versierde ossen. Langs het pad waar de praalwagen passeert, staan overal Indiërs te wachten om deel te nemen aan het festival. Elegante Indische vrouwen in kleurige Sari’s en jasmijnbloemetjes in hun haren, mannen op hun paasbest in hun Shalwar Kameez en toeschouwers zoals wij vol anticipatie.
Net voor de praalwagen passeert; laait de spanning op en komt alles in beweging. Er liggen overal hoopjes kokosnoten langs de kant van de weg, al dan niet brandend of gekleurd met kurkuma. Zodra de praalwagen in aantocht is, worden de kokosnoten één voor één met man en macht tegen de grond gesmakt als symbolische verplettering van je ego. Wij lopen middenin het ritueel: de kokosstukken vliegen ons letterlijk om de oren en de kokosmelk spettert overal rond ons. Alleen al vandaag en alleen al in Penang worden zo een 50.000 tal kokosnoten verbrijzeld. Je zou kunnen zeggen dat het wereldwijd een hoogdag is voor de kokosnoten-industrie, en daar spelen ze ook handig op in, want de dagen rond Thaipusam breken ook de prijzen van de kokosnoten alle records.
Eens de kokosnotenresten (met een bulldozer) uit de weg geruimd zijn, kan de praalwagen ook effectief aan een slakkengangetje passeren en brengt iedereen offers en zaken om te wijden. Plateaus vol bloemen, bananen, brandende halve kokosnoten, en nog veel meer worden boven de hoofden gehouden en tot aan de praalwagen gedragen. Ook de ornamenten die tijdens de tweede dag van het festival gebruikt zullen worden, worden aangedragen en bijgevolg gewijd. Om een tipje van de sluier te lichten, er worden vooral spiesen en haken gewijd… Dag 2 belooft dus nog spectaculairder te worden. Na een hele dag ondergedompeld in wierookwalmen, Indische kleur, kokosgeur en hopen vol enthousiasme, kijken wij nu zeker vol spanning uit naar de volgende dag.
En die tweede dag begint al met een knaller. Wanneer we door de straten lopen op weg naar de feestelijkheden, worden we aangesproken “of wij misschien die mensen zijn die in de krant staan?”. God ja, dat kan eigenlijk wel want we zijn gisteren tot twee maal toe geïnterviewd en gefotografeerd door een krant. Maar dat dat interessant genoeg zou zijn om ook de gedrukte pers te halen, … Tja, het zal kokosnotentijd zijn zeker…. Meteen richting krantenwinkel, en oja, we staan in “the Star” en wel met een grote foto, doch met een niet zo accuraat interview en naamsvermelding. Plaatselijk beroemd, dat is nogal iets.
Dag 2 goed begonnen is half gewonnen, en het beloofde nog spectaculairder te worden. Op deze dag gaat iedereen op pelgrimstocht naar de hill top Murugan temple, vaak met allerhande offergaves op hun hoofd of schouders gebalanceerd. Sommige pelgrims gaan wel net iets verder en doen aan speciale boetedoening door dit traject geperforeerd met pinnen en haken in hun lijf af te leggen.
Wij gaan naar de plaats waar de gekste pelgrims voorbereid en dus geperforeerd worden. Je voelt de excitatie zo in de lucht hangen. Overal troepen groepjes mensen samen rond een nieuw slachtoffer, begeleid door opzwepende muziek. Toeteren, drummen, alles om de boetedoeners half in trance te brengen en de omstaander nog geëxciteerder te maken. Daar gaan we… Niet voor gevoelige lezers. De eerste die we gadeslaan gaat na enkele offerrituelen en wierookbranden, op zijn buik op de grond liggen. 1 stoere bink houdt hem met een stok op zijn been tegen de grond. Dan worden één voor één haken aangereikt met een lang koord aan. Een stukje vel op de rug wordt samengenomen en … spies. Haak 1 is erdoor. Spies…spies…spies…aauw … spies… oew … spies. Een rij van minstens 10 haken wordt aan weerszijden van zijn rug bevestigd. En bij elke spies door zijn vel gaat ons nekvel ook wat anders zitten…
Maar wat met die koorden? Dat wordt bij het volgende slachtoffer -dat in een nieuw groepje enthousiastelingen en muzikanten te ontwaren valt- duidelijk… Zo staat er een boenk van een vent te doen alsof het allemaal wel meevalt, terwijl er stilletjesaan toch wel wat speek uit zijn mond begint te druipen. Eén voor één worden de koorden aan de haken in zijn rug ontwaart en rechtgetrokken. Dan gaat iemand met zijn volle gewicht tegen die koorden hangen en zie je het vel onder de haken in de verkeerde richting bewegen. Er worden dus niet zomaar haken aan jouw rug geregen, maar er moet blijkbaar ook nog een tegengewicht aan gehangen worden terwijl je blootsvoets naar de tempel schrijdt…
Als je dacht dat het hierbij gedaan was…. tough luck. Zo komen we bij een groepje stoere gasten, die een pintje Guinness in de hand hebben om zichzelf moed in te drinken en een sigaar aan het roken zijn als spatte de stoerheid er vanaf. Beetje drinken, beetje roken, beetje wierook over uw hoofd laten zwieren en dan … spies spies spies. Allemaal haken in uw rug. Toch niet meer zo stoer precies, maar toch blijven gaan en blijven doen alsof. Ook hier wordt wat extra speeksel geproduceerd en blijkt er nog iets op komst te zijn. De spanning stijgt wanneer een grote spies van wel een meter aangevoerd wordt. Wat gaan ze hiermee doen? De spanning stijgt verder, het gezicht van de kerel die de spies vastheeft krijgt iets van “moehahahaha” en het ziet er niet goed uit voor onze stoere sigarenroker. Zijn kaak wordt tussen enkele vingers genomen, zijn mond met de andere hand opengehouden en tong naar beneden, en de spies er zachtjes tegenaangezet… U voelt het komen? Ja… hij ook… Het gezicht van zijn perforator krijgt nu het gehalte van de boze geest uit een slechte animatiefilm… en… WOESH! Recht door zijn twee kaken heen! Krimp, slik. Oef, gedaan… Speek speek, toch best vervelend precies…
Eén voor één worden ze piekfijn uitgedost voor de feestelijkheden, en één voor één gaan ze in formatie staan om aan hun pelgrimstocht te beginnen. Mannen met haken in de rug, vastgemaakt aan een menselijk tegengewicht met koorden, mannen met pinnen door de kaken. Maar ook mannen met haken door het gezicht, pinnen zowel door neus, tong als lippen, en mannen met een soort met fluo-kleuren en lichtjes versierd ornament op de schouders. Er staan ook twee beren van kerels: honderden haakjes met een soort kommetje aan op hun bovenlijf, pinnen door hun gezicht en haken in hun rug. En de koorden aan die haken van die twee beren, die worden niet zomaar aan een tegengewicht gehangen… Die mogen een volledige rookspuwende jengelende en lichtgevende praalwagen voorttrekken. Het zal wellicht een grote eer zijn, als het een troost mag wezen…
Overal waar we komen wordt bovendien geroepen, met stokken op de grond gestampt, getrommeld en luidkeels en in koor gescandeerd: Wheel wheel… wieleweel… wheel wheel… wieleweel. (zo klinkt het alvast, maar ze zeggen eigenlijk “Vel vel vetri veeel, veel veel vetri veeeel!!! en het zou betekenen ”spear, spear, victorious spear”). Het geeft het geheel iets opzwepend. Die mannen met die pinnen steekt het vast ook een hart onder de (p)riem. En daar gaan we, praalwagen trekkend, kleurige staketsels op de schouders, pinnen door uw smoel, op blote voeten richting tempel. Ze doen het echter niet alleen, de boetedoeners hebben elks een enthousiaste entourage die hen helpt wanneer het moeilijk wordt en rond en samen met hen danst om het geheel wat ‘draaglijker’ te maken.
Wheel wheel… wieleweel… wheel wheel… wieleweel… We wandelen een hele dag mee in de optocht, langs kraampjes gratis Indisch eten, langs voor de gelegenheid ineengeflanste tempeltjes, begeleid door luid weergalmende Indische muziek en door een hele meute kleurig geklede en uitgelaten Indiërs. We laten het allemaal op ons afkomen en doen gretig mee aan de festiviteiten terwijl we dansende mannen met kleurige staketsels proberen te ontwijken. Tegen 22h00 komen we aan aan de voet van de hill top Lord Murugan tempel, waar onze stoere binken ontdaan worden van al hun balast en er een soort wit en rood poeder gewreven wordt op de achtergebleven gaatjes.
Iedereen de 512 trappen op richting tempel. Wheel wheel… wieleweel… wheel wheel… wieleweel… De feeststemming en spanning blijven zienderogen stijgen. 2 dagen kokosnoten gooien, bloemen offeren, wierook branden en pinnen spiesen komen tot een hoogtepunt. Een intens en fantastisch spektakel waarvan we vol energie, maar toch een beetje moe, rond middernacht naar huis keren. De feestvierders gaan vast nog even door tot in de vroege uurtjes… wheel wheel… wieleweel…