Reizen, Steden

Multi-cultureel Maleisië

N

a onze housesit in Hong Kong komen we begin januari aan in Bangkok. Arwen en Jan, goede vrienden van ons, zijn echter net op honeymoon in Maleisië. En laat dat nu net iets dichterbij zijn dan België. Voilà, keuze gemaakt, onze volgende bestemming is Maleisië. Twee comfortabele nachttreinen later, komen we aan in Kuala Lumpur voor eindelijk nog eens wat lekker Belgisch bijbabbelen en een heerlijk diner dankzij Arwen en Jan. En zo begint ons Maleisisch avontuur.

Na onze leuke Belgische avond, is het tijd om Kuala Lumpur te ontdekken. De stad, bekend van de puntige en hoge Petronas Towers. Een stad die meteen de diversiteit binnen Maleisië weerspiegelt. Mooie moskeeën en een interessant islamitische kunst museum, Chinatown, boeddhistische en Indische tempels in Chinees getinte straten. En daartussen fantastische food markets om je buik aan rond te eten. Een boeiende en geslaagde mix.

Na Kuala Lumpur is het tijd voor het westen van het vasteland van Maleisië. Wij zetten onze eerste stapjes buiten de hoofdstad in de kuststad Malacca (of Melaka), aan de straat van Malacca. Ooit een Portugese, dan een Nederlandse, en uiteindelijk een Britse kolonie. Een stad met een duidelijke mix van Malay, Indiërs en Chinezen. En deze heuse smeltkroes van koloniaal verleden en cultureel gemengd heden is meer dan duidelijk in het straatbeeld. In één straat staat zowel de oudste Chinese tempel, de oudste hindutempel, en een van de oudste moskeeën van Maleisië. Van diversiteit gesproken. Wat verder vind je dan een koloniaal kerkhof, de ruïnes van Saint-Paul’s Church met grafzerken met Oud-Nederlandsche opschriften en ook nog een stadthuys. Enkele passen verder kan je ook kuieren langs de pittoreske kanalen omboord met aanpalende oude huisjes en antieke Chinese winkeltjes. Er is zelfs een Portuguees stadsdeel, inclusief Katholiek klooster, waar nog een soort Maleisisch Portugees (Kristang) gesproken wordt.

Maar Malacca belooft in de toekomst veel meer te worden dan dat. Of dat hopen ze hier althans. In schril contrast met het koloniale oude stadsgedeelte wordt hier immers een moderne en high end toekomst gepland voor Malacca. Megalomane bouwprojecten op opgespoten stukken land rijzen hier als paddestoelen uit de grond. Plannen voor skyscrapers vol met chique winkels, tophotels, aquariums, waterparken, enz. Precies of ze willen er een tweede Dubaï van maken. Maar wie gaat al die appartementen en hotels bewonen? Er zijn hier immers al heel wat gebouwen voltooid, die enkele jaren later nog steeds leeg staan… Verwachten ze dat half Singapore, de volledige Chinese elite en alle rijke Arabieren hier een vakantiestekje zullen aanschaffen? Er zijn hier wel al wat Aziatische vakantiegangers, dat zie je goed op de toeristische nachtmarkt in Jonkerstreet, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat het er ooit voldoende zullen zijn om al die lege wolkenkrabbers te vullen. Benieuwd hoe het stadje zal veranderen en wat ervan zal komen.

In het Westen bezoeken we ook Georgetown, Penang. Wederom een gezellig stadje met kleine straatjes, ‘shop front’ huisjes en heerlijke food markets. Wij zijn hier tijdens het Hindu festival Thaipusam (lees er hier meer over), zodat we zowel van het straatbeeld als van het festival kunnen genieten.

We steken ook even over naar de andere kant van het vasteland van Maleisië. Daar aan de oostelijke kust komen we eerst terecht in het blijkbaar leeggelopen surfersstadje Cherating. Een verschrikkelijk mottig spookstadje met kamers die even lang geen gasten als kuisgerief hebben gezien, lege restaurants en straten en slechts een handvol (flip)floppers. Het is hier natuurlijk regenseizoen en enkele weken geleden hebben ze hier overstromingen gehad, maar toch, we vrezen dat het stadje al een tijd geleden haar pluimen heeft verloren. Conclusie, na de eerste nacht willen we hier zo snel mogelijk weg, maar het duurt zo een 6 uur tegen dat de bus komt… We krijgen het volgende te horen: “bus maybe late, maybe early…”. Maybe not? Gelukkig wordt ons wachten opgevrolijkt door 6 speelse otters.

Eindelijk weg uit dit echte stort, komen we aan in de nabijgelegen stad Kuantan: een Malay moslim stad met heel veel olie voor de kust, maar slechts weinig toeristen te bespeuren in de straten. Hier is immers niet bepaald iets te zien, maar het is wel interessant om het contrast tussen het oosten en westen van Maleisië te zien en deze rijke olie-stad te zien floreren. De wilde dieren uit de omgeving zijn blijkbaar ook verrast door de plotse expansie van de stad, want je kan immense varanen aantreffen in de riolen, en grote arenden cirkelen boven de kanalen op zoek naar vis. Kuantan heeft ook een ongelooflijk bruisende nachtmarkt met heerlijk eten. En dat is voor ons meestal genoeg.

Tussen West en Oost, liggen de Cameron Highlands, ooit een Brits hill station. Veruit onze favoriete relax plek in Maleisië, maar daar hebben de iets frissere temperaturen vast en zeker iets mee te maken. We hebben er ook een geweldig guesthouse, Gerard’s place, met een droom van een gastvrouw, Jay. Vlakbij vinden we ook een top Noord-Indisch restaurantje, Singh Chapati, waar de twee-jarige dochter des huizes, Amrit, alvast voor het nodige entertainment zorgt.

Wanneer het dan duidelijk regenseizoen blijkt te zijn hier, inclusief overstromingen, malen wij er niet om dat we hier enkele dagen ‘moeten’ zitten. Goed guesthouse, lekker eten in de buurt en prachtige zichten van op ons terrasje. Blijkbaar ook de perfecte tijd om onze Monopolie skills nog eens boven te halen. Ze hebben hier immers een Star Wars en een Indiana Jones versie. Dat moet getest worden, voor de mensheid. Lokale aardbeien, thee en scones in de aanslag, en laat dat geld maar rollen.

Wanneer het weer wat opklaart maken we een uitstap naar ‘Mossy forest’: een bos, what’s in a name, overgroeid door mos. Op heel wat boomwortels, takken en zelfs boomtoppen is ondertussen zo een dik mostapijt gegroeid dat je er bovenop kan lopen. Wanneer je springt, voel je de grond zelfs meeveren. Een mooie wandeling met veel mossige bomen, of hoe kan het ook anders, vleesetende planten en wilde orchideeën. Spijtig genoeg is het tijdens onze wandeling ook misty forest, wat het zicht wat belemmert maar de atmosfeer vergroot. Tegen dat we aan de theeplantages komen, hebben we echter geen last meer van de mist. Zo kunnen we boven een stomend kopje genieten van het zicht over de golvende theestruiken.

Mensen vragen zich vaak af of het wel de moeite is om tijdens het regenseizoen een land te bezoeken. Wij zien daar alvast geen graten in, want het is nu ook niet dat het dan constant regent. Het regent dan nog steeds minder dan in België. Soms zijn er wel zaken die je door de regen niet kan doen. Wij hadden bijvoorbeeld graag het Taman Negara national park bezocht en de Jungle railway genomen, maar deze gebieden waren compleet overstroomd. Voor het overige maakt het voor ons eigenlijk weinig verschil en genieten wij van de pas gewassen groene landschappen en de iets frissere temperaturen. Bovendien zijn er natuurlijk veel minder toeristen en betere prijzen. En als je niet alles kan bezoeken, dan is er nog steeds ons motto: je hebt altijd iets nodig om naar terug te keren.

Maleisië, zeker een bezoekje waard. Een land met interessante cultuurmixen en invloeden van overal, overheerlijk eten, prachtige natuur en ontzettend vriendelijke en behulpzame mensen. En zeker niet te vergeten, het aanstekelijke stopwoordje -lah achter alles-lah. Oké-lah? Het land is zeker heel oké-lah.

Neem hier alvast een kijkje bij de foto’s-lah!

This entry was posted in: Reizen, Steden
Tagged with:

by

We love exploring, writing stories, housesitting, but especially love having no plans, enjoying small things, travelling and eating. So that's how we now live.