O
p Valentijn doen wij iets (voor ons althans) heel romantisch: een nieuwe grens oversteken. Op die dag steken we de grens over van Thailand naar Myanmar via de grenspost Phu Nam Ron, die nog niet lang open is voor toeristen. Alvorens die te bereiken moeten we eerst via de Death Railway en Kanchanaburi, bekend van de Bridge on the River Kwai. Een beklijvende ervaring als je stilstaat bij wat hier allemaal gebeurd is (zie bvb. de films “Bridge on the River Kwai” en “Railway Man”).
De stempel om Thailand buiten te geraken blijkt echter evidenter dan de stempel om Myanmar binnen te geraken. Tussen de twee grensposten is immers 5 km niemandsland, zonder enige vervoersoptie om de twee te overbruggen. Niet zo ideaal als je daar bepakt en bezakt staat te bakken in de zon. Gelukkig heb je overal ondernemende slimmerds om het gat in de markt en deze keer het gat tussen twee grensposten te dichten. Eén voor één brengt deze beginnende KMO ons met zijn brommertje naar de andere kant van niemandsland, schoon zicht en vooral niet zo comfortabel met al die bagage. Onderweg wordt ons duidelijk dat er in Myanmar langs rechts gereden wordt en dat paspoortcontroles her en der schering en inslag zijn. Grens over, stempel in ons paspoort, klaar voor een nieuw avontuur: Myanmar.
Het blijkt het meest opvallend anders en meest verrassende land in Zuid-Oost Azië. Alvorens wij jullie meenemen langs de trekpleisters en bezienswaardigheden van het oude Birma (die blogs kan je later lezen), geven wij jullie graag een beeld van de zaken die ons op het eerste zicht verwonderden terwijl we rondtrokken in dit lang afgesloten land.
Wat meteen opvalt wanneer je de grens oversteekt, naast (1) rechts rijden en (2) overvloedige paspoortcontroles, zijn (3) de beschilderde gezichten. Vooral vrouwen en kinderen hebben een soort wit-gele verf in verschillende patronen op hun gezicht. Bollen, strepen, het hele gezicht, het maakt niet uit, maar je ziet het overal. Het product heet blijkbaar ‘Thanaka’ en is een soort pasta die gemaakt wordt van het stof van de Tanaka boomschors vermengd met water. Het wordt gebruikt als zonnebescherming, als verkoeling, maar ook simpelweg om je mooier te maken, wat volgens ons wel geslaagd is.
(4) En nu we het toch hebben over schoonheid en voorkomen, laat het ons ook even hebben over de klederdracht. Ten eerste lopen er heel wat meer Boeddhistische monniken en nonnen rond dan in de buurlanden, en die kleden zich iets anders dan in de buurlanden: de mannen in het bordeaux gewaad, de vrouwen in het roze.
(5) Ten tweede, de niet-monniken. Mannen dragen allen een longyi, een lange doek die ze rond hun lende wikkelen en tot een soort knotje vouwen op hun buik. Op de één of andere manier slagen ze er ook in om hun gsm en portefeuille ertussen te klemmen. (6) Een klein minpuntje, sommige mannen laten uit een bruine vlek op hun geschoren gezicht soms lang haar groeien, soms wel tien cm lang. Dat plukje draaien ze dan tussen hun vingers tot een soort verticaal snorretje (of hoe noem je dat dan?)… Blijkbaar brengt het geluk als je het laat staan, of ongeluk als je het afknipt. Aan u om uit te maken hoe groot of klein dat minpuntje is…
(7) De vrouwen hebben bijna allen een vrij nauwe en lange rok aan (htamein), met een aansluitend bloesje op. Heel parmantig, heel elegant. Zelfs als ze meerijden op de brommer verliezen ze deze elegantie niet, want steevast gaan ze met rechte rug in amazone/zijdelings achterop zitten. De vrouwen mogen ook allen meer dan gezien worden: mooie volle gezichten, hoge jukbeenderen, egale huid, slanke maar toch mooi gevormde lichamen in elegante kledij. Maar steevast heel zedig. (8) Dat merk je ook op de tv, zodra je ook maar een blote knie ziet, wordt die wazig gemaakt. Zelfs Indische films worden hier van censuur voorzien, en dan ben je wel heel zedig.
(9) De zorg die ze besteden aan hun authentieke outfit, die wordt precies ook weerspiegeld in hun huis. Anders dan in de buurlanden wordt er veel aandacht besteed aan decoratie en esthetiek van de woonst. Zij het een iets groter houten huis of een simpeler rieten huis op palen, steeds verzorgd en vaak met luikjes, kleurtjes, bloemetjes, geornamenteerde trappen, gekleurd glas en noem maar op. De huizen hebben vaak ook een klein en mooi tempeltje de grootte van een ruit aan de zijkant van hun huis hangen. (10) Zelfs de (straat)honden worden hier met de grootste zorg behandeld.
(11) Wat echter niet te paren valt met de zorg die ze aan kledij en huis besteden, is het overmatig kauwen van pan. Het Indische goedje dat ze hier blijkbaar nog meer naar hartelust kauwen dan op het subcontinent zelf. In een groen betelblad wordt een mengsel van onder andere kalk en arecanoot in een klein pakketje gevouwen aan een met aangekoekte kalk bedekt panstalletje. In de wang steken en kauwen maar. Ten eerste geen zicht, want je lijkt wel een halve hamster en je kan jouw mond amper opendoen om te babbelen zonder dat er wat rood speek uit je mond druipt. En dan nog te zwijgen over hoe smakelijk het is als ze het rode goedje in één vloeiende beweging op de grond speken. En last but not least, na langdurig pan-gebruik ziet jouw mond er verschrikkelijk uit: jouw tanden worden stilletjesaan weggevreten door de kalk en het goedje kleurt jouw tanden en tandvlees bruinrood. Wij vinden het alvast ongelooflijk vies, maar zij zien het blijkbaar anders, want vaak lachen ze die lelijke mond precies met trots bloot als ware het een statussymbool. Als extraatje word je er ook wat groggy van en staan je ogen op meer dan half-zeven. Begrijpen wie begrijpen kan, maar zo gaat dat soms met andere gewoontes.
(12) Maar de Myanmarezen zijn wel uitermate vriendelijk en daar win je ons altijd helemaal mee. Overal word je enthousiast begroet met een Mingalabar (goeiedag) en een glimlach. In sommige plekken (zoals het Zuiden) hebben ze nog zo weinig toeristen gezien, dat je precies heel de tijd loopt te zwaaien en Mingalabart. We begrijpen alvast beter hoe Angelina Jolie zich moet voelen.
(13) Tot zover wij hebben kunnen vaststellen, zijn het ook wel hele harde en efficiënte werkers, en dat zie je overal. Zeker waar de vele arbeiders de vaak slechte en stoffige wegen heraanleggen. Heel systematisch en georganiseerd worden tonnen pek en hopen grind met de hand in wegen omgetoverd, allemaal aan een gigantisch tempo, maar spijtig genoeg ook een beetje onveilig en in erbarmelijke omstandigheden… De tonnen pek worden boven een vuurtje in een gat in de grond vloeibaar gemaakt, en nadien wordt dit zwarte stinkende en stomende goedje eruit geschept met een zelfgemaakte blikken lepel, of soms zelfs met de handen… Nadien wordt het aangebracht op de weg, zonder bescherming, zonder masker, en vaak wandelend met de flip flops over de nog warme en plakkerige pek.
(14) Je ziet echter nog bijna geen auto’s die van de wegen gebruik zullen maken, maar beter vroeg verbeteren dan nooit natuurlijk. (15) De aankoop van transportmiddelen zit wel duidelijk in de lift, en dan zeker de brommertjes. Het valt meteen op dat iedereen net hetzelfde brommertje heeft, van hetzelfde jaar en hetzelfde model. Het jaar van dat brommertje is meteen het jaar waarin leningen gemakkelijk te verkrijgen werden. Met als gevolg dat iedereen naar de winkel liep om met een brommertje buiten te rijden naar de dichtstbijzijnde smartphone winkel om de volgende lening aan te gaan. Niet dat ze goede telefoonontvangst, laat staan internetverbinding hebben, maar spelletjes, camera en alles ineen, wie kan daar tegenwoordig nog aan weerstaan?
(16) We vragen ons echter wel af waar ze die telefoon überhaupt opladen, want elektriciteit in elk huis is hier zeker nog geen feit. Laat staan stromend water. Je ziet dan ook nog heel wat vrouwen en kinderen verzamelen rond de waterputten in de stad om de was en de plas te doen. Ook staan op heel wat plekken grote aarden potten met een bekertje bij, een Boeddhistisch gebruik om de dorstigen te laven. (17) Bouwen aan de toekomst is hier wel heel duidelijk zichtbaar, althans qua infrastructuur…
(18) De tijd zal echter moeten uitwijzen of die vooruitgang ook op politiek vlak zal (blijven) volgen… Wij zagen alvast nog tekenen van wat volgens ons misschien ondertussen tot het verleden zou behoren (lees hiervoor onze latere blog over het Zuiden van Myanmar). Indien je graag meer wilt weten over de politieke situatie van gisteren, kijk dan even naar de film: “The Lady” over Aung San Suu Kyi, of naar de documentaire “The voices of Burma”. Wil je meer weten over vandaag en morgen, vergeet dan zeker niet even een blik te werpen op de huidige controversiële topics zoals de vervolging van de moslim Rohingya gemeenschap onder het leiderschap van enkele extremistische Boeddhistische monniken…
(19) En dan rest er ons nog te verhalen over één van onze favoriete topics… het eten. Hoewel dat in Myanmar niet meteen ons favoriet onderwerp was om over naar huis te schrijven… Jullie vroegen zich wellicht al af waar onze etenspraat bleef. Het blijft ons een raadsel hoe de Myanmarezen allemaal zo rank en slank kunnen zijn, want hun eten is ronduit vettig, en dat zegt veel als het uit onze mond komt. Het is ook meestal niet lekker, misschien vandaar dat ze er niet van verdikken… Standaard krijg je een bord plat gekookte rijst met een klein potje half saus/half olie en een mini stukje vlees in… Best is eigenlijk gewoon om een bordje groenten te bestellen voor bij de rijst in plaats van een “curry met vlees” zoals ze dat hier dan durven noemen. Ook niet wereldschokkend, maar toch al beter. Bovendien worden die lekkernijen meestal uitgeschept uit een rij potten die al lang niet meer warm zijn. (20) Volgens ons zijn het ook de grootste consumenten van ajuin en look ter wereld. Dat geeft toch ietwat smaak, maar jouw buren zullen jou niet meteen dankbaar zijn. (21) Je krijgt wel overal een bordje rauwe groentes en een kommetje soep bij, als dat een troost mag zijn. (22) Het zijn ook wel zoetebekken, dus desserts kan je wel overal vinden, maar of die te eten zijn, dat laat ik geheel aan jullie goeddunken over…
(23) De pot schaftte echter ook soms wat lekkers zoals allerhande smakelijke koude salades. Salades van (vaak onrijpe) tomaten, avocado’s en ook een typische salade van geconfijte theeblaren. Alles gedrenkt in een frisse vinaigrette en afgewerkt met allerhande nootjes… en look en ajuin natuurlijk.
Als je in Myanmar echt lekker wilt eten, ga dan op zoek naar de Shan keuken (de etnische Thai van Myanmar). Die hebben heel lekkere noedelgerechten, gegrilde vis en een speciale en typische gele tofu. Ook in de meer toeristische plaatsen zoals Bagan en Inle Lake konden we wel wat lekkerders vinden. Of ga op zoek naar een authentiek Japanees (bvb. in Yangon) of typisch Chinees (bvb. Mandalay) restaurant.
(24) Maar laat dit jullie alvast niet tegenhouden om aan een klein pastel kleurig tuintafeltje en dito stoeltjes aan te schuiven, er staan immers steevast theekopjes klaar voor een lekker theetje. (25) En drink je liever koffie, ze zijn grote fan van koffiemixen uit een zakje: ready-to-go zakjes met een mengeling koffie, suiker en melkpoeder in. Rijen van die zakjes kan je overal vinden, en iedereen heeft wel zijn favoriete merk.
Met een coffeemix elke ochtend, ben je in ieder geval gewapend om dit land bezaaid met ontelbare gouden stupa’s in al haar pracht en praal te bewonderen. Onze escapades in Zuid Myanmar kan je hier vinden en Noord Myanmar kan je hier lezen. Onze tips om in Myanmar te reizen kan je hier vinden en neem hier alvast een kijkje voor het verhaal over onze liefde voor treinen in Myanmar. Wil je de pracht en praal al bekijken in onze foto’s, neem dan een kijkje hier voor Zuid-Myanmar en hier voor Noord-Myanmar. (26) Zorg wel dat je onze blogs leest alvorens je een voet zet in Myanmar, want internet is er niet meteen goed, zelfs vaak onbestaande.