N
a 6 weken in onze kleine campervan rondreizen in Nieuw-Zeeland en letterlijk weer en wind trotseren, vonden wij het tijd om even te relaxen in warmere oorden. Hoewel wij ontzettend genoten hebben van onze rondreis door Nieuw-Zeeland (hierover later meer) en die campervan ondertussen het dichtste bij hetzelfde bed was dat we op 2 jaar tijd gehad hebben, leken een beetje meer leefruimte en een beetje beter weer ons geen slecht idee.
En wat is er dan net iets groter dan een campervan? Een klein eilandje ergens in the middle of nowhere! Nu we dan toch al aan het andere eind van de wereld waren, besloten we om de wereldbol nog wat verder te draaien en richting de Cook Islands te reizen. De Pacifische eilanden, Polynesië, perfect! Bovendien viel ons verblijf daar samen met onze tweede huwelijksverjaardag, nog perfecter! Second honeymoon, here we come!
Onze valiezen vol snorkels en Nieuw Zeelandse wijn van onze wijntours (hierover later meer), en onze zakken vol chocolade en kaas (lees later waarom), vertrekken we op zondagavond richting Rarotonga! Na het oversteken van de datumgrens komen we om en bij de 4 uur later aan…. zondagochtend! Groundhog day, weeral perfect! Wie wilt er immers niet af en toe eens een dag opnieuw doen! We halen een kot in de nacht onze valiezen op onder begeleiding van live ukelele muziek en worden ontzettend warm onthaald door Sam en Donna met een breedlachse “Kia Orana” en een geurende en fleurige bloemenkrans. Dat perfect begint hier afgezaagd te worden zeker? But you get the picture.
In Rarotonga (“Raro” voor de vrienden) blijven we in het vakantiehuisje van Sam en Donna, met uitzicht op een tuin vol kokosnoten en rijpende passievruchten, de huishond, ons eigen strand en de Stille oceaan. In het midden van het eiland, prachtige tropisch groene bergen waar de zon oranje rood achter ondergaat. Dit zou wel eens paradijselijk genoemd kunnen worden. Een brommertje voor de deur om de volle 32 km rond het eiland te rijden, elke dag, meerdere keren. Eerst in de ene richting, en als je eens zot wilt doen, ook in de andere richting.
Toch kan je elke dag andere zaken blijven ontdekken: een nieuwe en steeds fantastische snorkelplek, een winkeltje langs de kant van de weg waar je fruit kan kopen (tenzij het winkeltje sluit, dan krijg je alles gratis mee), een marktje hier, een weggetje naar “het binnenland” daar, iemand die koekjes bakt en die verkoopt van thuis (tenzij je er maar eentje bestelt, dan krijg je het gratis), iemand die jou heel toegewijd tot zijn godsdienst wilt bekeren, iemand die verse vis verkoopt vanuit zijn pick up truck, en zo veel meer (allez, figuurlijk dan misschien). Wie zei dat hier niets te doen was?
We passen ons meteen aan aan het ritme van het eiland met in de ochtend een lui ontbijt met lokaal tropisch fruit bij het geluid van de ruisende golven die over het rif binnenrollen. Terwijl we daar dan toch zitten, genieten we van schrijven en lezen met een prachtig zicht. In de namiddag een snorkeltocht door prachtige koralen en tropische vissen, gevolgd door een ritje rond het eiland om de haren te laten drogen in de wind. Tegen de avond een marktje hier en daar, en dan een slokje van onze eigenhandig geïmporteerde wijn. We could get used to this! Op onze huwelijksverjaardag doen Sam en Donna er nog eens een schepje bovenop. Ze hebben ons terras bedekt met roze bloemetjes en onze tafel mooi gedekt met bloemetjes en kaarsjes. ’s Avonds komen ze dan met een gigantische schotel verse vis, zeevruchten en vers fruit! Past goed bij dat flesje bubbels dat wij in onze backpack hebben zitten. Genieten, genieten, genieten!
Doe daar nog een portie ongelooflijk verse oceaanvis bij elke dag, en wij zijn content! Vers gevangen tonijn aan 15 euro de kilo, anyone? Of liever een stukje zwaardvis of mahi mahi? De kokosnoten vallen hier ook letterlijk voor jouw neus uit de bomen. De locals doen ze in drankjes, curries, en een overvloed aan taarten die je hier kan vinden. Ze gebruiken het ook in hun typische gerechten zoals in poke, een soort gestoomde bananenpudding in kokosnootmelk en ook in ika mata waarin ze rauwe vis (vaak tonijn) in limoensap en kokosnootmelk koud laten garen om zo vers en fris mogelijk op te eten. Delicious! Je hebt het al door, ze eten hier ook graag!
Heb je nood aan wat meer actie? Dan kan je met een kayak, een paddle board of jouw scuba gear het water te lijf. Om te surfen moet je wel wat meer ballen hebben, want dat rif waarop de golven terecht komen, dat moet geen deugd doen. Wij snorkelen elke dag en zwemmen naar de kleine eilandjes in de lagoon, maar we duiken ook twee keer om eens te ontdekken wat de blauwe oceaan en het rif te bieden hebben. We steken ook het eiland te voet over en klimmen doorheen de tropische jungle naar de “Needle”, een massieve rots die uit het midden van het eiland rijst. Spijtig genoeg was het net iets te nat geweest de dagen voordien, met als gevolg dat we de modderweg naar beneden bijna helemaal op ons achterwerk hebben gegleden. Een echte aanrader, huhum…
Je kan natuurlijk ook de fiets nemen in plaats van de alomtegenwoordige scooter, dan duurt alles net iets langer. De meesten rijden hier echter met een scootertje rond, en wij dus ook. Kom je echter zonder rijbewijs voor de scooter, dan mag je eerst nog even jouw rijexamen gaan doen en een rijbewijs gaan halen (zie hierover later meer). Volledig dolle pret en pro forma. Die attractie kost jou 32 dollar en houdt jou ook enkele uurtjes zoet. Het verkeer valt al bij al mee: 1 hoofdbaan, 2 ronde punten en geen verkeerslichten op het gehele eiland. De enigen die dom genoeg zijn om de toegestane snelheid van 50km/h te overschrijden en jou voorbij te steken, zijn de (nog steeds) gestresseerde toeristen. Waar denken die naartoe te rijden?
Er hangt ook een aangename sfeer over het eiland met bijna elke avond wel ergens een marktje waar je jouw buik kan rondeten. Niet verschieten, ze hebben iets voor champignonroomsaus, vraag ons niet waarom, want dit is zeker niet lokaal. Om de sfeer wat op te leuken, komt de lokale hipster band soms wat zingen en/of komen de Polynesische dansende meisjes geheel met kokosnootbikini, strooien rokje met heupornament, bloemenkrans rond de nek en bloemenkroon op het hoofd, hun heupen uit de kom zwieren. Daar kan Shakira nog een puntje aan zuigen. De heupen zwieren in het rond, terwijl ze begeleid worden onder opzwepend getrommel op de lokale houten drums. En jij moet enkel eten en genieten! Slecht is dat niet. En heb je dan nog niet genoeg van al dat heupgewieg en eilandsfeer, dan kan je steeds meedoen aan een (betalende) eilandshow.
Ook het paleis van Pa Ariki is een bezoekje waard, zo leer je wat meer over het eiland en de cultuur hier. Wij konden dit zeker niet missen, want de eigenaar van ons huisje is zowat de kroonprins van ons deel van het eiland. Hoog bezoek als het ware. Raro heeft zelfs een heus spookhotel dat Sheraton hier 20 jaar geleden ooit onafgewerkt heeft achtergelaten. Een heus complex, waar de luxe niet meteen afdruipt…
Op zondag kan je hier ook het allerbelangrijkste en wellicht ook bijna het enige doen dat zich dan afspeelt, naast de markt dan: naar de kerk gaan. Tenzij je een Seventh Day Adventist bent natuurlijk, dan ga je op zaterdag naar de mis en houd je op zondag slim jouw winkel open. Wij gaan mee met Sam en Donna naar een viering van the Born Again Christians. De viering heet Celebration on the Rocks en lijkt meer op een rockfestival met religieus getinte liedjes dan op een mis. Jonge gelovigen, veel Filippijnen die op het eiland werken, veel locals maar ook expats, allemaal samen staan ze te zingen met de handen naar de lucht. En nadien een heerlijke koffie en een goede babbel. Een religie kiezen wordt hier niet gemakkelijk gemaakt in de Cooks. Als je echter op spirituele zoektocht bent, dan is het wel een uitstekende bestemming, want vrijwel elk geloof heeft hier een toegewijde aanhang (zelfs de Baha’i).
Het allerbeste van het eiland hebben we voor het einde gelaten: de mensen zelf! Wauw, daar kan iedereen nog een puntje aan zuigen. Vriendelijk, goedlachs, relax, innemend, openhartig, en altijd in voor een babbel. Ze leren ons ook hoe we kokosnoten van hun dikke pel moeten ontdoen en hoe we ze moeten openbreken. Check, de volgende Expeditie Robinson heeft al een winnaar. Ze tonen ons hoe je de beste passievruchten, papaya’s, sterrenvruchten en custard apples uitkiest en laten ons zelfs verse cacaobonen proeven (de truc is om enkel de witte buitenlaag van de bonen op te eten). Je moet ook opletten, want anders duwen ze jou alles gratis in de hand. Terwijl je hier net wilt betalen, want ze hebben hier de coolste muntjes ter wereld. Velen lopen hier bovendien rond met een prachtige bloemenkrans op het hoofd en de verleiding is dan ook groot om er zelf eentje (of drie) te laten maken.
Je hoeft dus helemaal geen speciale tours te doen om de locals te leren kennen, overal slaan ze maar al te graag een babbeltje. Zo werd Kate bijna bekeerd tot mormoon, leerden we meer bij over hun cultuur en keuvelden we over het ritme van het leven “overseas” met deze verrassend wereldlijke en bereisde locals. Tja, je moet weten, alles is hier overseas. Je moet het jou eens inbeelden, leven midden in de Stille oceaan op 4 uur vliegen van Nieuw-Zeeland (Auckland) en 7 uur vliegen van Australië (Sydney), en dan nog te zwijgen van de rest van de wereld.
Bovendien zijn die paar vluchten per dag meteen ook een attractie hier. Neeneen echt waar, je kan in de ‘jetblast area’ gaan staan waarbij de jets over jouw hoofd suizen, terug naar het snelle ritme van het leven. Je kan ook op enkele tientallen meters achteraan de jets staan als ze opstijgen, maar ik hoef niemand te vertellen dat dat een geweldig slecht idee is. “Bril af en goed vasthouden aan een hek” zei een voorbijganger. Aja waarom? Amai mijn oor, er is een reden dat dat in geen enkel ander land toegelaten is. Die jetmotoren beginnen te draaien, de warme wind en kleine steentjes komen jouw gezicht tegemoet aan een ontzettende snelheid en je moet moeite doen om dat hek en jouw rok vast te houden… Dit was wellicht niet ons beste idee allertijden, maar Maarten vond het alvast fun…
Je kan ook met een klein propellervliegtuigje van AirRaro naar nog trager leven vliegen, naar de andere eilandjes van de Cook Islands. En dat verkiezen wij. Over ons avontuur op het eiland Aitutaki lees je later meer.
Zin om even weg te dromen bij warmere en blauwere oorden? Neem hier even een kijkje bij onze foto’s.